Het is mooi weer buiten en na een lange ochtend en gedeelte middag achter de laptop te hebben gehangen besluit ik op bezoek te gaan bij mijn moeder. Even de zinnen verzetten en haar wat gezelschap geven. Zoals eigenlijk altijd tegenwoordig zit ze in haar speciale rolstoel aan tafel. Het is gezellig druk op de huiskamer en ik krijg dan ook een warme begroeting van een aantal bewoners en vaste bezoekers.
Ik loop naar mijn moeder en buig me over haar heen om een dikke knuffel te geven. Hoe vaak het al is gebeurt weet ik niet maar wennen doet het nooit als de geur van een vers bemest landschap begin Lente mijn neus prikkelt. Het is de geur van onmacht en hulpeloosheid, de geur van schaamte en ouderdom. Het is niet meer te stoppen helaas, incontinent is ze al een tijdje helaas. Ik vraag vriendelijk aan de verzorging of ze haar willen verschonen en dat pakken ze direct op.
Terwijl mijn moeder weg is loop ik even het balkon op, de zon schijnt flauwtjes door de wolken en breekt op de bomen in het bosrijke gebied waar het verzorgingshuis staat. Het groen van de bomen is zo fel dat je bijna een zonnebril nodig hebt, ik hou van de Lente. Buiten zit een bewoonster lekker in het zonnetje te genieten van de frisse lucht. Ze begroet me vriendelijk als ik vlak bij haar sta.
Ze is er nog 1 van “de goede” een waar je een redelijk gesprek mee kunt hebben zeker als je dat gesprek vergelijkt met de gesprekken die ik met mijn moeder heb.. als in geen gesprek. “Heerlijk he buiten” zeg ik tegen haar. Ze knikt instemmend terug en begint te vertellen dat ze graag buiten is. “Ik woon heerlijk aan de Vecht” verteld ze me. “Ik heb mijn achtertuin zo aan de Vecht en mijn voortuin ook!” Onwillekeurig kan ik het niet na laten daar even over na te denken.. “voor en achtertuin aan de vecht?, zou ze in een rond huis wonen? Nee dan kan het nog steeds niet.. althans als het huis haaks op de Vecht staat dan zou het kunnen… toch?” enfin de geest van deze persoon werkt soms heel apart 🙂
“Ik woon heerlijk aan de Vecht” begint ze weer en ik reageer met de vraag waar precies? “In Breukelen of Loenen?” vraag ik haar terwijl ik stiekem nog steeds aan het nadenken ben hoe je achtertuin en je voortuin aan diezelfde Vecht kunnen liggen .. “een Eiland.. ja dat is het” maak ik mijzelf wijs. “Nee in Vreeland” verteld ze me, “Oh dat is een mooi dorp, bij de brug in de buurt?” vraag ik en ze knikt wederom instemmend. “Woon jij ook buiten?” vraagt ze me? Ik antwoord en vertel haar dat ik midden in Hilversum woon maar niemand achter ons heb wonen “Oh dat is ook lekker” zegt ze “je hebt je rust nodig he?” voegt ze er nog aan toe.
Mijn moeder komt inmiddels de kamer weer binnen en ik zoek een exit in het gesprek. “Ik ga weer even bij mijn moeder kijken” zeg ik haar en ze vraagt me of mijn moeder ook in Vreeland woont. Ik vertel haar dat ze in Hilversum heeft gewoond en nu hier woont. “Ik woon aan de Vecht” verteld ze me wederom, “mijn achtertuin grenst zo aan de Vecht.. mijn voortuin grenst zo aan de Vecht” voegt ze er aan toe. En weer dwaal ik af naar het hoe en waarom en besluit me zelf neer te leggen bij de eerdeer getrokken conclusie dat ze op een Eiland heeft gewoond. “Woont u ook aan de Vecht?” vraagt ze me terwijl ik langzaam aanstalten maak om naar binnen te lopen. “Nee ik woon in Hilversum” vertel ik haar nog maar een keer… “Oh dat is ook mooi” geeft ze toe.
Omdat ik schijnbaar te netjes ben opgevoed krijg ik het niet over mijn hart zomaar bij haar weg te lopen en probeer nog 1 keer te zeggen dat ik naar mijn moeder loop binnen. Verrassend genoeg krijg ik de vraag of mijn moeder ook aan de Vecht woont… Ik heb maar ja gezegd… “In Vreeland” voeg ik er aan toe en ze kijkt me glimlachend aan en sluit af met “Beter een goede buur dan een verre vriend” en daar kan ik het helemaal mee eens zijn.
Daarna nog even heerlijk geknuffeld met mijn moeder en kennis gemaakt met haar nieuwe beschermengel. Een nieuwe bewoonster welke haar helpt met eten, drinken en alles waar ze haar mee kan helpen. Ze zit aan de overkant van mijn moeder en zwaait vriendelijk naar haar. Mijn moeder kijkt, heft haar hand op en met een brede glimlach zwaait ze terug. Heerlijk om te zien dat er nog steeds vriendschappen gesloten kunnen worden, zelfs als de geest nagenoeg niet meer werkt.
Tevreden laat ik ze alleen en merk dat ondanks het nare begin ik er een goed gevoel aan over heb gehouden…
Buiten in de auto probeer ik het nog 1 keer… “mijn achtertuin grenst aan de Vecht en mijn voortuin….. hmmmm”
:-))
Ja grappig hoe de geest soms werkt 😉
Dag Menno,
Mooi en herkenbaar verhaal. Ik verlang bijna terug naar al die ervaringen.
Maar tegelijkertijd ook weer niet en ben ik blij dat we alleen nog maar haar spulletjes weg moeten halen.
Ze is dus overleden. Ze is weer thuis bij mijn vader en ligt er weer als een dame bij. Mooie kleren, lichte make up, nageltjes gelakt. Rust, eindelijk rust. Maar ja, het is wel m’n moeder…..
Jemig Syl, gecondoleerd en tevens moet het een bevrijding zijn… Zo verschrikkelijk tegenstrijdig is het allemaal… Ze heeft rust, eindelijk.
Met een brede glimlach gelezen Menno, dit zijn momenten om te koesteren.
Knuffel Xxx
Ik heb het inderdaad ook glimlachend gelezen. Het is zooo herkenbaar. De logica is volkomen zoek en het is toch zo prachtig. Vaak blijf je daar inderdaad nog lang over na denken. Leuk.
Mooi is dat he? Het is zoeken naar de mooie momenten 🙂
Pingback: “Jajajajajaja…” | Menno Drenth's