Gisteren wilde ik naar mijn moeder maar door omstandigheden was ik niet in staat met zijn allen te gaan. Alleen is het bezoek aan mijn moeder vaak nog zwaarder dan met meerdere. Je bent daar en hebt eigenlijk niets. je kijkt naar het omhulsel dat ooit je moeder was.
Voorheen kom je nog wel eens iets met elkaar bespreken al was het maar over iets dat nooit gebeurt was of wat niet met de realiteit te maken had. Nu is er nagenoeg geen communicatie meer. Samen een kop koffie drinken is steeds vaker een opgave. Het drinken op zich gaat nog wel, de slik intuïtie is er nog wel maar het vasthouden van de koffie gaat steeds moeilijker.
Op zich sowieso een bijzondere ervaring met deze ziekte. Bij de een verdwijnen de motoriek vaardigheden stukje bij beetje en blijft het geheugen wat langer in takt terwijl bij de ander de handelingen blijven en de geest steeds verder af dwaalt. Bij mijn moeder was het eerst de geest welke nu langzaam maar zeker gevolgd gaat worden door de motoriek. Dit alles maakt bezoeken steeds ingewikkelder.
Met liefde hou ik haar koffie vast en breng het naar haar mond maar dan is het nog maar afwachten of ze het wil. Ze is ondertussen ook een tikkeltje eigenwijs zo nu en dan.. (en dan zeg ik het netjes!) Dan kan ze met verontwaardiging naar me kijken en je ziet dat ergens de vage gedachte opkomt “wie ben jij eigenlijk?”
Gisteren dus niet anders, ik was er klaar voor een bezoek te brengen en zonder afleiding een tijdje met haar door te brengen. Meer dan er bij zitten is het niet al probeer ik telkens weer iets te verzinnen dat haar even doet denken. Ik wilde net de deur van de auto open doen toen mijn oudste naar buiten kwam en riep “pap ik wil met je mee!” Ik kan niet beschrijven hoe dat voelde… Het mannetje, 12 lentes jong, dat met zijn vader mee gaat. Mee gaat naar iets waar hij eigenlijk ook niets heeft. Mee gaat naar een plek waar treurnis en onbegrip vaak de boventoon spreekt.
Samen rijden we naar Oma en hebben we heerlijke gesprekken onderweg. Samen halen we mijn moeder op en lopen we door de gang naar het restaurant voor een kop koffie. Samen zitten we aan de tafel en samen knuffelen we mijn moeder. Hij verteld 100 uit en mijn moeder kijkt vaker dan normaal zijn kant uit. Ze herkent hem niet maar is zienderogen aangetrokken tot hem. Ze heeft het mannetje oh zo vaak verzorgd toen hij klein was. Stapelgek was ze op hem!
Ik vertel mijn moeder nog dat haar nichtje had gebeld en dat ik haar de groeten moest doen. Ik excuseerde haar omdat ze een man heeft die zwaar hartpatiënt is en daardoor kan ze niet komen. Op het moment dat ik haar vertel over haar nichtje kijkt ze me aan en begint te snikken. Weer een moment dat ze iets lijkt te herinneren… Het zijn flarden, vlagen van herkenning .. het gevoel van iets dat haar ooit zo dierbaar was.
Mijn oudste verteld mij, nadat we oma weer hebben weggebracht dat hij nog weet dat Oma goed was. Dat ze altijd zo lekker kon lachen en dat je lekker bij haar kon liggen (ze had een flinke boezem 🙂 ) .. Ook verteld hij me dat hij haar mist.. en ziet dat ik volschiet.. ik krijg ook een knuffel.
Mooi moment waar vader troost vind in zijn zoon. 12 lentes jong maar soms net zo wijs als een volwassen man. En ik loop over van trots.. trots dat dit mijn ventje is.. mijn mannetje.. apetrots.