Een week of wat geleden kreeg ik telefoon van het verpleeghuis waar mijn moeder zit. Voor nieuwe lezers, mijn moeder is in een vergevorderde staat van dementie (Alzheimer) en spendeert haar laatste tijden in een verpleeghuis. Aan de telefoon een medewerker van het verpleeghuis en dan geen verzorgende medewerker maar iemand op management of bestuurlijk niveau.
Er was een probleem met een bewoner die samen hokte met een andere persoon. Doordat dit langzaam een onhoudbare situatie leek te worden kwamen ze kamers te kort. Na wat uitzoekwerk hadden ze bedacht dat mijn moeder op dit moment het minst gehecht was aan haar kamer op zich. Zij zou zich relatief makkelijk in een andere kamer kunnen vestigen. Op zich kon ik me nog wel vinden in die redenatie. Het bleek ook nog eens zo te zijn dat er voor mijn moeder dan geen eigen kamer meer was maar dat ze een kamer moest delen met een bewoner.
Na uitvoerig gesproken te hebben bleek dat er eigenlijk weinig keuze was en dat het gesprek in meer of mindere mate uit beleefdheid was om mij, als bewindvoerder, te informeren. Op een gekke manier had ik er ook nog wel vrede mee ook. Vandaag was ik weer eens bij mijn moeder op bezoek. Ik was wat later op de middag en kwam binnen zo vlak tegen etenstijd. Het rook heerlijk op de huiskamer en ik zat op mijn gemak bij mijn moeder.
Het volgende is helaas waar en dwingt me er toe het verhaal wat aan te passen. Het blijkt dat de meeste zorginstellingen het niet leuk vinden als er over ze gepraat wordt. Dat kan zo maar eens leiden tot slechte pers enzo en dat willen ze niet. Het is dan ook not done voor personeel om te praten met belanghebbende. Gelukkig gaat dat niet altijd op maar in het geval van lastige zaken vinden ze het niet fijn als er vanaf de werkvloer gepraat wordt met de familie en belanghebbenden van de bewoners.
Ik heb dus ook geen gesprek gehad met niemand op de afdeling. Heb dan ook van niemand gehoord dat ze het zelf eigenlijk ook een beetje raar vonden dat er herplaatst moest worden. Er was niemand die mij wilde vertellen dat de herplaatsing er voor zorgde dat er een extra plaat vrij kwam in het huis. En al helemaal niemand wilde mij uitleggen dat een extra plek dus uiteindelijk geld oplevert En niemand weet natuurlijk dat de bewoner op hoger niveau uiteindelijk gezien wordt als product.
Het lijkt dus dat de mensen die niet voor de verzorging van de bewoners zorgen de marktwerking goed serieus nemen. Al die kwijlende, pissende, strompelende hompen oud vlees in huis vertegenwoordigen een waarde. Het is net als de vleesmarkt met koeien en varkens alleen noemen we het niet zo. Uiteraard was er niemand die dit wilde bevestigen naar mij toe.. dat was ook niet nodig daar ik mijn eigen ervaringen met de zorg al aardig op een rijtje heb staan.
Nadat niemand met mij wilde spreken over wat niemand eigenlijk weet of wil weten was gelukkig het eten klaar en konden we weer terug naar het moment dat iemand weer wilde zitten en gezellig doen. Alle mensen aan de tafels (9 in totaal) en ik zat lekker naast mijn moeder.
Pan voor pan op tafel gevuld met doperwten, worteltjes, aardappelen en een pan gevuld met boomstammetjes. Kennen jullie die? Gehakt met kaas en een krokant randje en dat in een rolletje ergo boomstam 🙂 Heerlijk!
Het bord is gevuld voor mijn moeder met wat extra jus. Ik besluit nog even te blijven en haar te voeren(na herhaaldelijke opmerkingen vervang ik de term “voeren” voor Eten geven!), iets dat ik niet had kunnen denken ooit te moeten doen. Hapje voor hapje voer ik haar, goed kijkende naar te grote stukken omdat ze die zonder tanden niet meer kan verwerken. Terwijl ik haar voer kruipt valt het in eens op, een lastig te omschrijven lucht drukt zich met geweld mijn neus binnen. Er is weinig wat die lucht kan omschrijven maar het is het beste te vergelijken met de lucht die je ruikt op een afgelegen hoekje in een druk uitgaanscentrum op Zondagmorgen… De lucht overvalt me telkens weer omdat het zo duidelijk aangeeft dat er geen enkele controle of schaamte meer aanwezig is in haar systeem.
Ze blijft sabbelen op een stukje waardoor ze niet verder meer wil eten. Zelfs de klein gesneden stukjes vlees blijken te groot voor haar tandeloze mond. Het is hier waar het verschil zich openbaart tussen de mensen die vanaf hun veilige plek achter het bureau beslissen over hompen vlees die een paar euro waard zijn en de mensen op de vloer. De mensen op de vloer doen wat ze moeten en vaak veel meer, zo zorgde zij er voor dat de stukken vlees die mijn moeder niet kon verwerken uit haar mond gehaald konden worden. Ratio werkt niet meer en vragen of ze haar mond open doet werkt niet meer. Het is dan ook niet zo makkelijk dat voor elkaar te krijgen, zij deed haar werk. Haar vinger gaat in haar mond en met tact en doorzettingsvermogen weet ze zonder al te veel stress de stukkenvlees uit de mond van mijn moeder te vissen…
Respect voor de mensen op de vloer, ze zouden wat vaker de beancounters en leidinggevenden moeten laten lopen op de vloer. Het zal weinig uitmaken in een tijd waar marktwerking en efficiency van groter belang is dat het welzijn van de mens. In een tijd waar het belangrijk is de hompen vlees zo efficiënt mogelijk te huisvesten en voeden. Ze te benoemen tot nummers en om te zetten in kille koude cijfers.
“Een homp vlees van 70 met stage 4 alzheimer kost 4uur werk per dag en 10 luiers.. ” en dat soort categorieën .. gewoon om het inzichtelijk te maken, Dat het zelden zo werkt en dat die homp vlees een persoon is die aandacht en een soort van liefde hoort te hebben dat is lastig te becijferen.
Een persoon gereduceerd tot weinig door ziekte. Een persoon gereduceerd tot een aantal getallen op papier door boekhouders… Een persoon oftewel en in dit geval mijn moeder!