Soms kom ik heel vaak bij mijn moeder en soms kom ik er wat minder vaak. Alle smoezen zijn bekend, druk, geen tijd, veel te doen of niet in de buurt. Allemaal redenen maar geen excuus. Ik voel me dan ook altijd schuldig als ik een tijdje (en dat is meestal een week) niet ben geweest.
Vandaag was het weer een week geleden dat ik bij haar was en ik had mijzelf voorgenomen vandaag te gaan. Ik kom binnen in de huiskamer waar mijn moeder verblijft en direct zie ik haar zitten. Ze zit altijd op een vaste plek en of dat nou is omdat dit een soort van vastigheid geeft of dat het praktisch gewoon de meest handige plek is weet ik niet maar ze zit er altijd. Wat anders is deze keer is dat tegenover haar een medebewoonster zit. Het is niet alleen een medebewoonster het is tevens de nieuwe kamergenoot van mijn moeder. Er zijn een aantal kamers in het huis die eenpersoons zijn en er zijn een aantal tweepersoons kamers. Bewuste keuzes omdat sommige bewoners nou eenmaal niet graag alleen zijn ‘s nachts. Mijn moeder heeft daar geen problemen mee maar is relatief makkelijk dus dan is een tweepersoonskamer een logische keuze.
Wat opvalt is de pose van de dame tegenover min moeder. Ze zit lichtelijk voorover gebogen richting mijn moeder op een krukje. Als je haar voor het eerst ziet zou je niet verwachten dat het een bewoonster is. Ze ziet er goed verzorgt uit en op het eerste gezicht zeer goed aanspreekbaar. De reden waarom ze iets naar voren gebogen zit is omdat ze mijn moeder aan het “voeren” is. Ik gebruik de term ‘voeren” bewust omdat het daar het meeste op lijkt. Eten geven zou insinueren dat beide partijen weten wat ze doen en dat was niet het geval. Ik geef mijn moeder een dikke kus en neem wat afstand om de scene te bekijken.
Stukje voor stukje gaat de cake, in dit geval, bij mijn moeder naar binnen. Zover ik kan inschatten ondergaat mijn moeder het met een bepaalde gelatenheid en eet rustig verder. Ze heeft een doek om haar nek hangen die dient als slabber en de dame veegt zelfs haar mond af zo nu en dan.
Ik raak aan de praat met de mensen die elke dag het leven een beetje beter maken in het huis en we praten over wat we zien. Ik vertel dat ik het wel schattig vind om te zien dat mijn moeder de knuffelbeer van een ander is geworden. Het lijkt op het eerste gezicht heel prettig. We spreken verder en in het gesprek wordt ik ook op de minder prettige kant van dit al gewezen. De dame is natuurlijk ook bewoonster van het huis en de bewoonsters in dat huis zitten er niet omdat ze nog “zo goed” zijn. Het gevaar zit hem in de momenten dat iedereen bezig is. Mijn moeder heeft al een tijdje geen tanden meer en het gebit is gebroken, verdwenen en ze kan en wil het niet meer in. Stel dat er op tafel nog snoepjes in papier staan en de dame in kwestie deze aan mijn moeder geeft?
Gelukkig weet ze nog hoe ze moet kauwen en dingen moet uitspugen als het “vreemd” voelt maar hoe lang nog? Van die dingen die je niet realiseert maar elke dag voorkomen. De hersenen weten nu nog wat te doen maar ook dat komt tot een einde. Meestal is dat ook het moment dat mensen een langzame dood sterven door uitdroging of verhongeren omdat ze niet meer weten hoe ze moeten slikken. Sonde voeding is dat alles wat nog kan.. bah nog maar even niet aan denken!
Nou ja, ze heeft een nieuwe vriendin die het veel over haar heeft en vaak zegt dat het een “schatje” is. Dat wist ik natuurlijk al heel lang maar het is fijn dat nog eens van een ander te horen.
Ik lees de liefde voor je moeder, en jouw angst tussen de regeltjes door, maar meer nog voel ik, met hoeveel warmte je dit weer hebt geschreven XXX Respect