Ik stel me voor…

Ik stel me voor
Hoe het is om jou te zijn.

Ik stel me voor
Hoe Salami er uit kan zien als een boek
Hoe je midden in de nacht boodschappen wil doen
Hoe de onbekende bekend voorkomt

Ik stel me voor
Hoe je huis geen thuis meer is
Waarom mensen Chinees gaan praten
Hoe er beestjes over de vloer gaan lopen
Hoe die vreemde stem vreemd bekend klinkt

Ik stel me voor
Hoe je wacht op je vader
Verlangt naar je moeder
Hoe laat je denkt op school te moeten zijn
Hoe je de schoenen om moet draaien

Ik stel me voor
Hoe je schreeuwt maar niemand je hoort
Waarom je huilt als we naar je lachen
Waarom je lacht als we met je huilen
Hoe je je voelt

Ik stel me voor
Als je niets meer kan
Wat je denkt
Wat je voelt
Of leeg echt leeg is

Ik stel me voor
Ik ben Menno, je jongste zoon….

image

Ik mis je…

Is het heel erg egoïstisch? Dat ik haar mis? Als ik bij je sta zie ik je gezicht. Je botten en je ingevallen schouder en nek. Jij herkent me niet meer en ik soms jou ook niet meer.

Ik mis je juist omdat je er no goed bent. Mijn gevoel wil weten hoe het met je gaat. Mijn gevoel wil tegen je aan zeuren over al mijn “problemen”.. Soms doe ik het wel eens. Praat ik tegen je over wat me dwars zit, waar ik iets mee moet, waar ik last van heb. Stiekem hoop ik dan op je raad. Het advies dat je altijd gaf..

Op de een of andere manier lukte je dat altijd. Of ik nu vreselijk boos was, verdrietig of wat ook… Jij hoorde het aan en wist nadat je geluisterd had mij de juiste weg op te sturen. Nee niet vertellen wat ik moest doen maar een richting suggereren.. En meestal was die richting wel ok.

Je leerde me mijn eigen pad te vinden. Niet altijd het beste pad of het juiste pad maar wel mijn pad. En je leerde mij goed te kijken en durven de weg te vragen als ik het niet meer wist. Ik mis dat… Ik mis die ouderlijke hulp.. Het oor, de onbevooroordeelde hulp.

Ik mis je… Ondanks dat je voor me ligt… Ik mis je, meer dan ooit.

image

Sterren…

Na vorige week toen mijn moeder zo helder was kon het vandaag eigenlijk alleen maar tegenvallen. Gelukkig leek het mee te vallen. Ze was niet bijzonder helder maar ook zeker niet apathisch.

Als ik naast haar sta kijkt ze me aan. Ze grimast weer naar me als ik haar naam noem. Onduidelijk of ze het fijn vind of niet. Mijn hand op haar wang helpt dan vaak wel. De ouderwetse en universele hand op wang werkt blijkbaar in veel situaties.

Ze kijkt naar me en “hapt” zoals ze vaker doet. Ik vergelijk het nog wel eens met een goudvis happend aan het oppervlaktewater. Haar mond is gort droog… Vraag me niet hoe maar dat zie je. Ik kijk om me heen maar zie geen drinken staan. In de keuken van de huiskamer helpt de verzorging me met wat drinken. Een tuitbeker vol met sinaasappelsap. Een rietje er naast.
Ik geef haar het rietje in de mond en na een paar moeizame poging begint ze te drinken. Als ik na een paar slokken de beker weg wil nemen zoals anders reageert ze bijzonder fel. Ze wil meer… Ze heeft dorst.

De beker gaat bijna in 1 keer leeg, iets wat nooit gebeurd. Ik haal nog een beker in de keuken en hetzelfde gebeurt nogmaals. De beker is leeg in een oogwenk. Tevreden zakt ze weer onderuit. Ik baal, baal omdat ik haar vind terwijl ze veel dorst had. Ik baal omdat ik weet dat de verzorging hun uiterste best doen alles en iedereen de juiste verzorging te geven. Maar fuck het is mijn moeder, iemand die niet even opstaat en naar de keuken loopt voor wat drinken. Iemand die niet in staat is te roepen dat ze dorst heeft.

Zo werkt het helaas is onze zorg en we zijn er nog lang niet. Het vermarkten van de zorg mag op papier een goed idee lijken, in de praktijk is het een keurig uitgekiende legale hel aan het worden voor hulpbehoevende ouderen.

De mensen die daar werken geven om haar. Ze is de langst overlevende van de mensen. Dat taaie mens laat zich niet zomaar weg duwen naar de gene zijde.

Omdat ze veel op bed ligt en veel op haar rug hebben ze een afleiding op haar kamer gezet. Een soort projector die blauw licht op het plafond projecteert. Naast het blauwe licht is er ook een hele partij groene laser stralen die allemaal groene puntjes in meerdere maten projecteren. Ze bewegen heel langzaam en het vergt weinig inbeelding vermogen om in de combinatie van licht en laser een sterrenhemel en soort van melkweg te zien.

Ze kijkt met veel verwondering naar boven. Volgt de sterren een beetje met haar ogen. Ze vind het mooi misschien maar in ieder geval neemt het een beetje het eenzame weg van de kamer. De kamer waar verder weinig meer van haar is op een paar foto’s na.

En dat is waar het om draait met verzorging. Het vermogen om je te verplaatsen in de geest van een ander. Je kunnen voorstellen wat een verbetering kan zijn, wat iemands verblijf aangenamer maakt. Petje af voor diegene die mijn moeder naar de sterren bracht.

Mooi weer …

We schreven 2 November 2014. Het is buiten warmer dan ooit tevoren. In plaats van vesten, truien en regenjassen lopen we in t-shirts en genieten we van de late en onverwachte zon en temperatuur. Het is genieten buiten..

Ik loop naar binnen in het verpleeghuis. Op weg naar mijn moeder, die in bed ligt, krijg ik al te horen dat ze gisteren verassend helder was. Vanmorgen was ze afwezig maar gedurende de ochtend kwam ze weer helemaal terug. Als ik de kamer binnen loop zie ik het eigenlijk al direct. De normaal apathische blik is vervangen door een heldere oogopslag. In plaats van te grimassen heeft ze een redelijk normale uitdrukking op haar gezicht. We praten nog even over haar hoofd heen en dan laat de verzorging mij alleen.

“Hoi ma” zeg ik en ze reageert flauw, pas als ik haar Ellie noem kijkt ze op. Ze praat eigenlijk niet meer en fysiek gezien zou dat eigenlijk ook niet meer kunnen. Als je lange tijd je stem niet meer gebruikt dan neemt de mogelijkheid tot spreken zienderoge af, zeker bij oudere mensen. Als ik vraag of het goed gaat, ja je moet wat zeggen als je niet meer kunt communiceren, verrast ze me met een schor maar duidelijk “ja…”. Dat is al bijzonder op zich zelf.

Ik drink mijn koffie en kwek een beetje tegen haar aan. Als ik haar recht in de ogen kijk en haar vraag of ze weet wie ik ben is ze even stil. Ze heft haar hoofd enkele centimeters van haar kussen en kijkt me heel indringend aan… ze twijfelt en zegt dan… “nee…” Ik weet niet wat ik hoor, ik stel een vraag en krijg antwoord. Het gaat zo nog even door… en ik schiet er nogal vol van.

Als ik lekker tegen haar aan blijf praten zie ik dat ze daar van geniet. Je ziet het aan haar gezicht en ik ken mijn moeder natuurlijk als weinig andere. Ik roep haar weer en zeg Ellie.. ze kijkt me aan en herhaalt het woord “Ellie” en blijft kijken. Als ik zeg “ik vind je lief” wacht ze even, zegt me na zonder geluid en lacht naar me. Het mooiste is, ik heb het toevallig ook gefilmd. Ik film eigenlijk nooit meer maar omdat ze zo helder was deze keer een beetje. Geloof me dat op zulke momenten 2 emoties knalhard door elkaar lopen. Aan de ene kant de euforie van contact. Even het gevoel hebben dat je aan komt bij haar is een geweldig gevoel terwijl op hetzelfde moment ik even een fractie van een seconde mijn moeder zie. De moeder die ik al jaren heel erg mis en door dergelijke heldere momenten weer extra mis. Als iemand overleden is mis je die ook maar je geeft het een plek. Het went zeg maar.. maar omdat mijn moeder er nog steeds is kun je het eigenlijk ook nooit een plek geven. Dat is een groot verschil in het missen van iemand, althans in mijn perspectief.

Als ik na een goed uur, wat bijzonder lang is, aanstalte ga maken om weg te gaan kijk ik nog even op haar neer. Ik sta naast het bed en zij ligt. … Weer kijkt ze me indringend aan zoals ze nooit meer doet en compleet onverwacht vanuit het niets geeft ze me een knipoog en een glimlach. Bizar.. ik schiet hard in de lach terwijl de tranen over mijn wangen naar beneden lopen.

Emotioneel slopend maar ik zou het voor geen goud hebben willen missen… Vandaag was behalve de warnste 2 November ooit ook mijn moeder even terug.. een paar seconden misschien maar meer dan ik heel lang heb mogen ervaren. 2 November, 1 voor in de boeken…