Midden 2009, ik kom soms wel 8 keer per dag bij je langs. De thuiszorg is ingeregeld en je zit inmiddels op de hoogste indicatie. Je huis is een puinhoop van dingen door elkaar heen. Post ligt overal en het gasfornuis is afgesloten om erger te voorkomen.
Begin 2010, ze vinden je ‘s ochtends onderaan de trap. Niemand weet hoe lang je er al hebt gelegen maar aan je temperatuur te voelen is dat al even. Crisis opvang wordt per direct geregeld. We zijn er al geweest eerder, om te kijken of je daar zou passen. De realiteit haalt ons in.
Midden 2010, na aanvankelijk veel moeite pas je je aardig aan in je nieuwe huis. Crisis opvang is over gegaan in permanent verblijf. Noem het “levenslang” zo je wilt. Je loopt er nog aardig op los en we spreken met regelmaat met elkaar. Je bent verward en duidelijk niet meer de oude maar veel dingen weet je nog wel en je bulderlach horen we met regelmaat. Elke keer als je vraagt wanneer je naar huis mag breekt mijn hart.
Einde 2010, ik neem je nog wel eens mee met me. Samen in de auto, gewoon een stukje rijden. Oude muziek op de radio doet je mee zingen en met, steeds kortere, vlagen lijkt alles normaal. We drinken meerdere keren per week in de tuin of in het restaurant een bak koffie. Soms nemen we een ijsje. En hoewel je niet goed meer bent geniet je toch nog wel van de kleine dingen.
Eind 2010, je begint wat vaker te vallen. Duizeligheid en on opmerkzaamheid nemen hun plaats in je leven in.
2011, je krijgt je hand ergens tussen en je duim ligt we voor een deel af. Ik moet met je naar het ziekenhuis. Je weet niet meer goed hoe je een auto in moet stappen en ik heb de grootste moeite om je mee te krijgen naar het ziekenhuis. In het ziekenhuis wordt het je allemaal te veel. Al die vreemde mensen en al dat gedoe aan je lijf. Ze besluiten gips te zetten om te voorkomen dat je aan je wond gaat rommelen.
Meerdere keren moeten we terug en telkens wordt het zwaarder. Paniek in je ogen… Paniek algemeen…
2012, je valt nu te vaak en we overwegen het te proberen met een rolator. Dat gaat in het begin best goed en we nemen met regelmaat nog een paar stappen. Helaas vergeet je de rolator overal en loop je weer zonder weg met alle nare gevolgen van dien. Je gezicht kleurt bont en blauw van het vele vallen.
Einde 2012, een stoel waar je in komt te zitten. Met een tafeltje er voor zodat je effectief soort van opgesloten zit. Lopen gaat mis en we moeten wel want anders gaat het een keer helemaal mis.
2013, het jaar dat je eigenlijk niets meer kan. Je komt niet meer uit de stoel en je ligt langer in bed. Van de bulderlach is al jaren geen sprake meer. Je kijkt om je heen en ziet niets. Je vraagt maar spreekt niet. Je huilt maar je hebt geen tranen. Uiteindelijk besluiten we om je een paar dagen per week op bed te laten. Het is allemaal te vermoeiend voor je. Drukke medebewoners kun je slecht hebben. Eten doe je maar veel te weinig. Je valt af tot een ijzingwekkende 46 kilo waar je ooit meer dan 100 was. Vel over been.. Een schaduw van jezelf.
2014, je hebt pijn en met morfine pleisters helpen ze je. Dan heb je geen pijn of in ieder geval minder. Communiceren gaat op basaal niveau en als je Ja of Nee zegt spreken we al van een heldere dag.
Je ligt in je bed en je wisselt slaap af met onrust. Ogen dicht en totale rust gevolgd door onrustig draaien en een gezicht dat vertrekt om de minuut. Soms kijk je me aan en dan zie ik je verbazing. Wie ik ben of wat ik kom doen weet je niet meer. Je weet alleen dat als ik je aanraak dat je een respons geeft. Te vaak op een manier dat ik twijfel of ik er goed aan doe. Vind je het fijn? Begin je daarom te huilen? Je was altijd een enorme knuffel en die eigenschap is overgedragen aan meerdere in mijn gezin waaronder ik zelf. Of huil je van wanhoop?
Ik moet er zelf maar inhoud aan geven. Probeer te ontcijferen wat je wil maar hoe ontcijfer je een code waar je de sleutel niet van hebt? Het is allemaal puur giswerk en het frustreert me enorm. Ik wil je helpen.. Laten voelen dat je niet alleen bent. Dat de mensen die dagelijks voor je zorgen gek op je zijn omdat je zachte karakter van vroeger nog steeds in je huist.
Ik voel me machteloos.. Verdrietig en boos.
En dan sluit je je ogen weer.. Even rust voor je. Ik hoop dat je nog kan dromen en dat in je dromen iedereen die van je houd aanwezig is. Ik hoop dat je lang gaat dromen…